Beschrijving buurt
Uiterlijk. Aarts ouderlijk huis lag in de nieuwere uitbreiding, buiten de wallen. Het waren vrij grote huizen aan een bomenlaan met een mix van vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen.
Sfeer en contacten. Er was een goed contact met de buren. Een zoon van de buren (vriend van Aart) is getrouwd met een jongere zus van Aart. Toch was er niet erg veel contact, het waren zelfstandige mensen.
7 Sociale lagen
Verschillen binnen de familie? Aarts moeder was onderwijzers, ze stopte met lesgeven toen ze trouwde. Dat was toen gebruikelijk. Ze kwam van de boerderij. Vader kwam uit Tuil, van een gemengd bedrijf. Beiden hebben een avondstudie gedaan. De familie bestond uit zelfstandigen. In Tuil: zus met gemengd bedrijf, in Zutphen: oom notaris, een tante in Zaltbommel had een kersenboomgaard en kippenfarm.
– Verschillen tussen de families. Met vakanties gingen we erheen. Er was geen onderscheid tussen de families, goede verstandhouding.
8 Gezondheid
– Welke ziektes? Moeder had hartklachten.
– Chronische ziektes –
– Geneesmiddelen –
– Zorg eromheen. Moeder was veel ziek, de oudste zus nam de zorg over, dat ging prima. De tien kinderen
namen de taken over.
– Huisarts, kraamhulp. Het laatste kind (broertje) is thuis geboren, dat heeft Aart bewust meegemaakt.
– Alternatieve therapieën –
– Ziekenhuisbezoek. Moeder lag in 1940 in het streekziekenhuis te Gorkum, waar Aart haar bezocht. Ingrid was daar later assistente van een internist. Het ziekenhuis is nu een bejaardencentrum.
9 Reizen
– Vakanties Vader huurde een huis: een keer in Egmond en een paar keer in Kijkduin. De helft van de oudste kinderen ging altijd met de fiets uit Gorkum. De ouders plus de jongste kinderen met de taxi. In de zomer van ’39 werd om 13.00 u op de radio de algemene mobilisatie uitgeroepen. Het strand liep prompt helemaal leeg. “Er kon geen taxi meer gehuurd worden en mijn oudste zus (ze werkte bij het telefoonkantoor in Gorkum) heeft toen een bus kunnen huren, zodat we met de hele familie plus fietsen allemaal tegelijk halsoverkop naar huis gingen. In de oorlog kwam er niet veel meer van, we zijn nog een of twee keer op de fiets naar een chaletje in Giersbergen geweest (onder de Langstraat, Brabant).”
Tijdens verloving: vanuit Woudrichem met de BM via de Maas, bijv. naar Limburg, tot de grens van Frankrijk (Dinant) en alle meren van Friesland. We sliepen in de boot op de planken. De vader van Ingrid was ook eens mee. Later lag de boot in Gorkum.
“In 1962 hebben we een auto en aanhangwagen gekocht en gingen we kamperen in een tent (België en Frankrijk). Er was toen maar een man in de straat die een auto had.
1971 was een rampjaar i.v.m. hommeles met de wijkverwarming in de Vondelwijk, dus geen vakantie. We hebben toen een caravan gekocht en vanaf toen zijn we elk jaar naar Lacanau bij Bordeaux geweest.
We zijn ook eens tien dagen op bezoek geweest bij mijn broer in Zuid Afrika, Stellenbosch.
Sinds enkele jaren maken we riviercruises door Nederland: Rijn-Moezel, Friesland, Texel en Noord-Holland, de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Op de boot zitten dan zo’n veertig a vijftig mensen, het is een eersteklashotel met prima verzorging.”