Historisch Genootschap Waddinxveen

A. Zwamborn

 

Hier zat Zwamborn ondergedoken in het woonhuis van de familie Kuipers, boven het PTT-kantoor te Woudrichem.
  • Het ouderlijk huis van Ingrid lag boven het eigenlijke postkantoor. Het was een groot huis met een grote tuin. Er woonden ook evacués uit Den Haag. Het is later hotel geworden (en rijksmonument) en bij hun 50-jarige bruiloft hebben Zwamborn en zijn vrouw in de vroegere slaapkamer van Ingrid gelogeerd. Alle kinderen en kleinkinderen logeerden daar toen ook en de rest van de familie zat op de camping vlakbij.
    Ingrids vader was ook wethouder. Er is een straat in Woudrichem naar hem genoemd omdat hij verzetsstrijder was: de Wethouder Kuipersstraat.
    Tussen de middag kwam ze met de jongste zus van Zwamborn mee van de lagere school, om bij hen de boterham op te eten (anders moest ze met de veerpont overvaren naar huis en dat ging niet). Ingrid vond het reuze gezellig dat er bij Aart thuis tien kinderen waren. En zo is het gekomen…
    Na de hbs werkte Ingrid eerst op een belastingkantoor, maar ze vond het er niet leuk: allemaal oude mannen. Na een paar maanden ging ze weg en werd ze vijf jaar röntgenassistente bij een internist, die haar wel een beetje hielp, wat haar erg goed beviel. Er was geen toen nog HBO-opleiding voor dit vak en je moest als jong meisje gewoon gelijk beginnen. Het röntgenapparaat was heel oud: er was eens kortsluiting en ze bleef er toen aan hangen. De patiënt trok de stekker eruit! Toen Ingrid trouwde moest ze haar baan opgeven.
  • Spelletjes in jeugd. Als kinderen werden er onderling veel spelletjes gedaan, want om 20.00 u moest je al binnen zijn en je had niets anders. Zwamborns’s moeder was gestorven en vader deed niet mee; door werk was hij vaak weg. Zelf hadden ze een monopoliespel gemaakt (het speelgeld kon je zo kopen). Verder: bridge, dammen, schaken, pingpong (op de zolder was een blad gemaakt op het hek van de trap).
    Zijn oudste zus nam de moederrol over, dat ging prima en zonder enige ruzie. De onderlinge familieband is altijd buitengewoon goed gebleven. Zo ging men elk jaar kamperen in Zoutkamp, met z’n allen, tot in de vierde generatie. Toen Zwamborn negentig werd, is dat met 53 familieleden gevierd in de Roerdomp te Zevenhuizen.
  • Lectuur: dagbladen, tijdschriften, boeken: Panorama, Libelle, krant. Aart hield niet van boeken lezen, hij is een praktisch mens, alleen spannende lectuur, detectives bijv., beviel hem Als een echte Zwamborn houdt hij van wat spanning, want Zwamborns zijn nl. nuchtere mensen. Aart kan goed tegen spanning en relativeert altijd, dat deed hij ook in zijn werk. Daar kan hij hele boeken over schrijven. ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.’
  • Tv bestond nog niet, radio wel, er was een kleine radio en radiodistributie in Gorkum. In Woudrichem (tijdens Aarts onderduikperiode bij Ingrid thuis) hadden ze een sigarenkistje met spoeltje. “We luisterden naar de Engelse zender. De ingekwartierde Duitser wist dat, maar die soldaat verklikte ons niet. Hij was een bootsman voor het veer, dat gemaakt was van Woudrichem naar Gorkum en zat ingekwartierd op Ingrids kamer. ‘De vader van Ingrid had het ding laten zien en tegen hem gezegd dat hij er niets mee kon. Die bootsman zei dat het goed was, het interesseerde hem niets. Hij was soldaat en niet van de Grűne Polizei’.

Cultuurhistorie van de Parel aan de Gouwe