Historisch Genootschap Waddinxveen

Hanny Glasbeek

Hanny Glasbeek – de Booij                                                                       Interview voorjaar  2020

[Van dit interview is ook een pdf-versie beschikbaar, inclusief foto’s. Klik voor de pdf-versie hier.]

                                                                                                               Introductievragen

  • Naam: Johanna Cornelia (Hanny) Glasbeek – de Booij
  • Geboortedatum 25 okt. 1936
  • Geboorteplaats: Rotterdam, verhuisd naar Gouda in 1939
  • Woont in Waddinxveen vanaf 8-1959 (Eerst aan de Nesse, daarna Pr. Margrietstraat 16).
  • Ouders Hanny afkomstig uit Rotterdam
  • Namen ouders: Jan de Booij (okt. 1906) en Hester Gelderblom ( 1907)
  • Beroep vader: vertegenwoordiger/filiaalchef Dorlas (koffie). Moeder hielp grote klanten in het bedrijf (het pakhuis) en nam bestellingen per telefoon aan.
  • gezinssituatie ouderlijk huis: Jan’30, Elizabeth (Bep) ‘32, Hanny ’36, Hester Alida ‘42
  • kerkelijke gezindte: gereformeerd (moeder voor haar huwelijk hervormd).
  • Politiek ARP, later CDA.
  • opleiding: verpleging (A) in Diaconessenhuis ‘De Wijk’, Westhaven Gouda
  • burgerlijke staat: was getrouwd 4-8-1959 met Cornelis Wilhelm (Kees) Glasbeek, 30-4-1931, gest. 20-4-2010)
  • kinderen: René 21-7-1960, Eduard ’66 en Hester’68

 

 

Oudste herinneringen binnen de familie

 

Ouders Hanny

Vader:

Haar vader, Jan de Booij, werkte eerst in de groentezaak van zijn vader, maar wilde liever de handel in en werd vertegenwoordiger, ook wel reiziger genoemd. Haar vader had 2 broers: Jacob is niet oud geworden, 42 jaar. Hij was ook getrouwd en had 2 zoons en 2 dochters.  De andere broer Arie is verdronken met zwemmen in de Kralingseplas, met duiken is hij in de waterplanten vast geraakt.

Moeder: Ze werd in Rotterdam geboren.  Ze was voor haar huwelijk coupeuse en kon goed naaien, wat goed uitkwam in de oorlog omdat je niet goed aan kleding kon komen. Ze was creatief en maakte van gekregen kleren van oma en de tantes uit de nog goede stukken nieuwe kinderkleren. Ook kon ze gelukkig goed breien en haken. Ze heeft ook doopjurken voor haar kleinkinderen gemaakt. Hanny heeft de doopjurk voor haar kinderen uitgeleend voor een tentoonstelling van doopjurken in de Immanuel kerk, waar ook een boek van gemaakt is. Dit is georganiseerd door ds. Myrthe Leijdens, die toen zelf ook juist een dochtertje had gekregen, die gedoopt werd.                                                                                                                Ze ondersteunde in Gouda het werk van haar man in de zaak aan de Lage Gouwe (waar het pakhuis was) en hielp grote klanten die bestellingen kwamen ophalen voor ziekenhuizen, cafés, lunchrooms e.d.

 

 

Grootouders Hanny

Grootvader vaderskant had een groentezaak in Rotterdam. Haar grootvader ging ook de huizen langs met een hondenkar. Grootvader Jan de Booij was geboren  in Zevenhuizen. Hij was op 7-jarige leeftijd al wees, heeft in Wassenaar in de tuinbouw gewerkt en is later met zijn vrouw naar Rotterdam gegaan. Zij heette Johanna Cornelia de Hoog en ze was in Zuidland geboren ( t.w.v. Hellevoetsluis), haar vader was vlasboer. Hanny ging als kind met het hele gezin regelmatig op bezoek bij een broer en schoonzus (tante Stijn) van de Hanny’s oma van vaderskant.

Grootvader moederskant Opa Jan Gelderblom was in Nieuwpoort bij de Lek geboren en oma Lijsje Gelderblom-Spinhoven kwam uit Polsbroek. Aangezien daar niet genoeg werk was bij de boeren, ging haar vader al jong met een paar broers naar Rotterdam om daar werk te zoeken. Hij werkte bij de gemeente  aan de aanleg van de riolering, daarna leidde het werk als uitvoerder en vervolgens als planner vanuit een keet toen het werk hem te zwaar werd bij het ouder worden. Hij zette ook koffie voor de mannen.

Hanny is nog vaak met haar ouders naar de familie van haar grootouders in Nieuwpoort geweest (tantes en ooms van haar moeder) , bijv. naar haar oudtante Betje. Zij was getrouwd, had geen kinderen, maar wel een broer in huis die ‘wat achter liep’. Van haar mochten ze hun brood buiten opeten. Hanny zag haar kans schoon om de geitenmelk, die ze vies vond, in de struiken te gooien.. Met haar vader reden ze er na de oorlog in de Volkswagen Kever regelmatig naartoe, bijv. met Pasen of Pinksteren of in de zomervakantie met haar moeder op de fiets, via Vlist en een pont over de Lek.

 

Ouders Kees

Vader: Pieter Glasbeek[1] , zie blz. 11

Moeder:  Alida Jacoba le Clerq, getr.1915.

Pieter stierf jong door longontsteking, Alida zette de winkel voort tot in 50-er jaren.

Ze hadden 7 kinderen: 6 jongens, 1 meisje.

 

Grootouders Kees

Grootouders moederskant  (Le Clerq): weinig bekend. Ze hadden een winkel; ze stierven jong.

Grootouders vaderskant (Hendrik Glasbeek en Wilhelmina de Boer): wel veel over bekend, ze zijn oud geworden. Zie verderop bij Hendrik Glasbeek.  Beiden kwamen uit Gouda. Na hun huwelijk vestigden ze zich direct aan de Zuidkade in Waddinxveen, links van het Stations koffiehuis voor de scheepvaart. Later had Meiderwijk daar een aardappelhandel. Daarna woonden ze op Zuidkade 16, twee huizen verderop, rechts van het Stations koffiehuis. Hij was loodgieter en koperslager, achter het huis lag een grote loods. Onder zijn leiding is het koperen dakje op het bedieningshuis van de hefbrug (1936) gemaakt, door zijn werknemers. Hij klom zelf niet meer op het dak, vertelde  Kees, die als kind zag dat dit gemaakt werd en het bekeek ‘met ogen zo groot als schoteltjes.’

 

                                                                                                  Het bedieningshuisje met koperen dak bij de hefbrug, gemaakt o.l.v. grootvader Hendrik Glasbeek

 

 

 

 

Familieverhalen familie De Booij

 

Andere familieleden. Naast tante Betje, waar Hanny in Nieuwpoort wel gelogeerd had, was er nog tante Klaasje, een ongetrouwde zus van Hanny’s vader die haar moeder verzorgde. Verder kwam tante Cor wel eens bij hen logeren, toen ze door ziekte niet meer werkte bij het Leger des Heils. Ze kon goed haken en kantklossen en leerde Hanny’s  moeder allerlei handwerktechnieken.                      Vanwege honger maar ook kou kwam haar oma van vaderskant) tijdens de Hongerwinter bij hen inwonen (nov. ’44). Ze werd met de bakfiets opgehaald uit Rotterdam-zuid, tante Klaasje moest de hele afstand meelopen. Oma had een sprei meegenomen uit Rotterdam. Het konijn van de familie maakte eens een ‘ongelukje’ op de witte sprei. Na de bevrijding in ’45 bracht Hanny’s  broer Jan (15 jaar) met een vriendje  oma in de bakfiets weer terug naar Rotterdam. Hanny was treurig dat oma weer wegging.

Alle mannen onder de 40 jaar moesten naar Duitsland om te werken , met als gevolg dat haar vader in de oorlog niet naar buiten kon. Daarom ging haar broer koffie ruilen voor eten bij boeren in de omgeving. Hij was eerder met z’n vader al bij alle adressenlangs geweest. Bij de boeren kreeg hij vaak warm eten.

 

De zomervakanties duurden 4 weken. Tijdens de oorlog gingen ze eerst nog wel met de auto naar Nieuwpoort, later konden ze er die jaren niet meer naartoe. In de grote vakantie liepen ze wel naar ‘De Kleine Betuwe’: een kersentuin met speeltuin in Haastrecht. Er was een watervliegtuigje en ook ringen aan een ketting waaraan je je moest optrekken met je  benen omhoog, je moest droog over het water heen komen. Ze kregen wel eens geld voor een ijsje en bleven er dan de hele dag.  Ook gingen ze wel lopend of fietsend naar Reeuwijk of Waddinxveen.

In 1943 hebben ze eenmaal een vakantiehuisje gehuurd in Huis ter Heide, daarna kwam dat in de oorlog niet meer voor. Later zijn ze pas na de oorlog weer met vakantie geweest.

 

 

Feesten bij de familie De Booij

Er was altijd een Sinterklaasfeest, iedereen maakte alle cadeautjes zelf, dat was verplicht. Ook waren er altijd gedichten bij. Met Kerst zette moeder dennentakken en hulst in een prachtige vaas. Later kwamen er ook balletjes en kaarsen in. Een kerstboom werd eerst ’heidens’ gevonden, maar later kwam er toch een. Met Oud- en Nieuw bakten ze oliebollen. De verjaardagen werden altijd uitgebreid gevierd, evenals Koninginnedag, maar Vastenavond of Drie Koningen niet. Verder werd een doop ook feestelijk gevierd. Hanny had vanaf 12 jaar catechisatie Met 20 jaar deed ze belijdenis, wat ook gevierd werd. Door haar opleiding in ‘De Wijk’ kon ze niet altijd naar cathechisatie, maar de dominee was zo leuk dat ze, graag ging als ze wel kon.

Later, in de tijd dat Kees bij de NKF werkte, werd daar altijd Sinterklaasfeest gevierd, voor kinderen tot 12 jaar.  Het was een heel sociaal bedrijf.

 

Hanny’s jeugd

Hanny Glasbeek-de Booij (1936) werd geboren in Rotterdam. Toen ze 3 jaar was, verhuisde de familie naar Gouda. Vader werkte eerst  bij Abdullah tabak. De Joodse eigenaar daarvan vertrok in 1939, in de aanloop van de oorlog, naar Londen en verkocht de zaak aan Dorlas, die te Amersfoort gevestigd was. Haar vader werd in 1939 filiaalchef en vertegenwoordiger voor Dorlas in Zeeland,  Zuid-Holland en een deel van Noord Holland. Ze woonden boven het pakhuis aan de Lage Gouwe 16 te Gouda. Het bedrijf verkocht koffie en thee aan grotere klanten zoals bijv. ziekenhuizen of verpleegtehuizen, (geen particulieren) die door haar moeder werden geholpen, nadat ze telefonisch bestelden of  aanbelden. Al had Dorlas ook de mee verkochte tabaksvergunning, in hun pakhuis in Gouda werd daar niets meer mee gedaan. Naast hen was Kamphuizen gevestigd met een koffiebranderij aan Lage Gouwe 14. In 1943 is daar alle koffie werd weggehaald door de Duitsers.  De familie De Booij mocht in de oorlog de voorraad koffie die er nog was, gebruiken om eten te ruilen. Vader had daarvoor een verklaring (Beschein of ook wel Bescheinigung) nodig, anders dacht z’n baas dat hij de koffie gestolen had. Later in de oorlog was er helemaal geen koffie meer.  Wel maakte Dorlas toen surrogaatkoffie en -thee. Dorlas bestaat nu nog, als Smit en Dorlas, Hanny heeft daar een kopje van.

 

Abdullah tabak, tot 1939                                                                                      reclame Dorlas, Gooi- en Eemlander 4- 9-‘44

 

 

Kopje Smit en Dorlas, in bezit van Hanny

 

De legerwagen.  Begin 1946 reed Hanny’s vader met een  legerwagen een vaste route door Zeeland, Zuid-Holland en een deel van Noord-Holland en bezorgde koffie bij grootverbruikers, zoals ziekenhuizen, hotels, cafés en kruideniers. Na de oorlog moest haar vader naar Amersfoort komen, waar zijn baas hem deze legerwagen gaf, volgeladen met koffie. Deze Canadese truck hield haar vader t/m 1947, waarna hij vanaf 1948 met een Volkswagen Kever de route  reed. De bestelling werd vanaf toen met de bode vervoerd vanuit de opslag in Amersfoort. Maar eerst ging hij nog 2 x een week met vakantie, daar tussendoor werkte hij 1 week. Rijdend  in de truck liet hij het voltallige gezin heel Nederland zien: via het bedrijf in Amersfoort (waar het gezin werd voorgesteld aan zijn baas) ging hij op familiebezoek in Zwolle, Oldenbroek (waar een schoonzus van hem woonde) en Enschede, daarna reden ze via de hunebedden naar Assen, Groningen en Leeuwarden waarna ze terugkeerden naar Gouda. De bank uit de zitkamer diende als zitplaats achterin de truck en ze sliepen in hotels. In 1948 verhuisden ze naar de Sophiastraat in Gouda.

Alles was op de bon, ook textiel, tot nog lang na de oorlog, m. n. voor koffie, meel  en suiker. Winkels hadden toewijzingen, de mensen hadden bonnen: dus geen woekerprijzen. De kinderen De Booij plakten tot ong. 1950 de bonnen van de klanten op, met lijm uit een lijmpot.

Zijzelf gingen naar kruidenier Van der Hondel in de Walestraat, een zijstraat van de Spieringstraat, waar ze meel  en suiker haalden (geen rietsuiker meer, maar bietsuiker). Ook verkocht die kruidenier drank in een naastgelegen zaak.  De burgers van Gouda konden ook Dorlas koffie drinken: het werd ook verkocht aan cafés en kruideniers. Hanny kocht toen ze getrouwd was eerst ook altijd Dorlaskoffie, later fairtrade koffie van Neuteboom uit Almelo. Na 14 jaar kocht Hanny deze koffie via de Wereldwinkel  (nu gesloten) en tegenwoordig een ander soort fairtrade koffie goudmerk.

In Gouda woonden veel Joden in de tijd dat Hanny er woonde.  Als klein meisje speelde ze bij de Joodse familie Birnbaum (uit Wenen).  Hij, zijn vrouw en 2 kinderen woonden een paar huizen verder aan de Lage Gouwe. Hij was kunstenaar en met zijn broer, die in Amersfoort woonde, tekende hij strips. Op een dag gaf hij een door hem getekend portret van de 6 jarige Hanny aan haar vader, zonder dat ze model had gezeten. Deze tekening hangt nu nog altijd in haar kamer. Opeens waren ze vertrokken naar Den Haag en later naar Amsterdam. Zij zijn daar verraden en in Sobibor gestorven. Zijn broer heeft de oorlog overleefd. Vier Stolpersteine voor hun oude huis op Lage Gouwe 34 herinneren nog aan hen.

Hanny, 6 jaar, getekend door M. Birnbaum

 

Het poortje van de vroegere Joodse begraafplaats (tot 1976 aan de Boelekade) bevindt zich nu aan het Raoul Wallenbergplantsoen.

De synagoge was toen op de Turfmarkt, wat nu de Evangelische Kerk is.  Er woonden veel Joden tussen  de  Turfmarkt/Zeugstraat, Hoge en Lage Gouwe. In de oorlog zijn er 327 joden uit Gouda omgekomen. In Waddinxveen woonden vrijwel geen joden. Er woonde wel een familie Wijs, waarvan de man getrouwd was met een niet Joodse vrouw, hij werkte als administrateur bij Glasbeek Finish. Hij kwam de oorlog zondermeer door.

De familie De Booij was gereformeerd. Ze hadden wel veel contact met de Joodse fam.  Birnbaum waar de kinderen veel speelden, maar kenden persoonlijk niet zoveel Joden. In die tijd ging je als gereformeerde naar een school, kerk en vereniging van die gezindte: je eigen kringetje.  Maar haar ouders waren niet benepen en dat was ook logisch, aangezien hun klandizie van verschillende pluimage was.

School en Opleiding  Hanny ging naar de Johannes Calvijnschool (nu Goudse Waarden), waar ze de lagere school en de mulo deed. Toen ze in de 2e klas zat, is de school gevorderd door de Duitsers en kon ze niet naar school. In oktober 1945 werd de school gerestaureerd, want hij was erg uitgewoond door de Duitsers en zolang werden de kinderen op allerlei adressen ondergebracht. Hanny’s klas zat in een voormalig kantoor in de Peperstraat.                                                                                                                                                                                          Daarna deed ze Verpleging (A) in Diakonessenhuis ‘De Wijk’ aan de Westhaven te Gouda.  Op de mulo kwam men voorlichting geven over vervolgopleidingen. Verpleging was voor meisjes  een populaire opleiding na de mulo, evenals apothekersassistente,  analiste of huishoudlerares. Zo werd haar vriendin Magda Haspels – Uittenbroek apothekersassistente bij Paris.  Magda’s geboortehuis (vlakbij het huidige Gouwestein in Gouda)  werd in de oorlog gebombardeerd, waarna de familie Uittenbroek bij een opa en oma aan de Fluwelensingel ging wonen en later aan de Frederik Hendriklaan. Magda woonde met haar eerste man in Moordrecht. Toen ze trouwde met haar tweede man verhuisde ze net als Hanny naar Waddinxveen. Ze leerden elkaar kennen via de Immanuelkerk.

Hanny ontmoette Kees Glasbeek voor het eerst bij het station in Gouda, waar ze haar fiets parkeerde om per trein naar de markt in Rotterdam te gaan. Het fietsslot liep erg stroef en Kees, die met de trein naar Waddinxveen wilde, hielp haar. Hun treinen liet nog een poos op zich wachten en ze wandelden ondertussen door het nabijgelegen park. Kees was opgeleid tot hofmeester bij de Marine en werkte bij de Holland Amerikalijn. Hij voer  telkens op een andere boot tussen Rotterdam en New York, zoals o.a. de Rijndam en de Statendam. Als library steward  had hij de zorg voor de bibliotheek, die tegelijk leeszaal en kerk was. Voor rooms-katholieken was er elke dag een dienst, protestanten hadden dat eenmaal per week.

Hij vroeg of hij haar mocht schrijven vanuit New York, vroeg ook haar adres en telefoonnummer. Ze gaf haar werkadres (Westhaven 11) op, hield nog afstand. Spoedig kwam er een brief uit New York. Van het een kwam het ander. Hanny belde Kees na zijn terugkomst op en zo begon hun levenslange band. Al gauw leerde ze de familie Glasbeek kennen. Zijn moeder woonde toen in bij zijn oudste broer Henk, die met zijn gezin in de Acaciastraat woonde. Hanny logeerde er later ook regelmatig.  Kees was een echte familieman en ging heel goed om met zijn familie.

Huwelijk   Op  4 aug. 1959 trouwde ze (22 jaar oud) met Kees Glasbeek uit Waddinxveen. Tegelijkertijd trouwde ook haar oudere zus Elizabeth op het stadhuis te Gouda. Kees had 6 broers en 1 zus, de band was onderling erg goed. Op hun trouwdag was hun huis aan de Pr. Margrietstraat 16 nog in aanbouw (in april ’59 gekocht).

Ze gingen voorlopig inwonen bij broer Niek Glasbeek, die bij de afscheepplaats aan de Nesse woonde ter hoogte van Nesse 16, het huis van Kempkes .

De Gouwe vlakbij de brug. Rechts van het zeilschip het huis van Niek Glasbeek, dwars op de oever.

.

Het huis stond dwars op de Gouwe en naast een fabriek voor galvanisatie, waarlangs het straatje naar de sluis liep. Aan de Gouwezijde  liep een pad: naast het muurtje parallel aan de kade kon je langs de huizen lopen. Niek had een trap aan de oever, zodat ze in de Gouwe konden zwemmen. De hefbrug ging open voor vrachtschepen en tankers en in de zomer ook voor zeilschepen van vakantiegangers.

Winkels aan de Nesse waren o.a. : Van de Wal met huishoudelijke artikelen, een schoenenmaker en schilderszaak Van der Zwaard (later nam Van Blitterswijk dat over). Mevrouw van der Zwaard deed elke dag  naai- en verstelwerkzaamheden op de trapnaaimachine van Bep, de schoonzus van Hanny. Samen naaiden zij er zelfs een voortent op voor de caravan, die Niek en zijn broer Piet zelf bouwden, in navolging van een kennis die dat ook had gedaan.

Waddinxveen vanaf de brug met nogmaals het huis van Niek Glasbeek, met een pad langs de oever.                                                               Links ervan een galvanisatiebedrijf,  waarlangs het straatje naar het sluisje.

 

Het nieuwe huis. In 1960 betrokken Hanny en Kees hun nieuwe huis aan Margrietstraat 16. Kees was slechts om de 3 weken een weekend thuis vanwege zijn werk bij de Holland Amerikalijn en hij logeerde dan met Hanny bij zijn broer Henk en zijn moeder in de Acaciastraat, omdat zij weduwe was en zorg behoefde. Hanny zag haar man dus niet veel in die begintijd. Op 21-7-1960 werd hun eerste zoon geboren, in 1966 volgde een 2e zoon en in 1968 een dochter. Toen hun eerste kind werd geboren had Kees gelukkig  6 weken vakantie en hoefde hij niet te varen. Hanny heeft in het begin van haar huwelijk wel ingevallen als verpleegkundige bij Souburgh, maar aangezien zij al snel moeder werd en Kees veel van huis was, kon dat niet meer. Wel heeft ze veel opgepast bij haar schoonzus Bep en haar zwager Niek aan de Nesse.

Vlakbij hun huis in de Pr. Margrietstraat was een boerderij met koeien (van Wim Sekeris) bij de hoek Kerkweg / Passage, die hen ‘belegen mest’ leverde (want van verse mest gaan planten dood) voor de tuin die Kees aanlegde met planten en bollen: het werd al gauw een soort Keukenhof. (Ewout Koetsier (zoon van een boer) kwam ook in de Margrietstraat wonen.)

 

Opleiding en werk van Kees                                                                                                                                                                      In de oorlog is Kees tijdelijk op school geweest op de zolder van houthandel Alblas (directeur was dhr. Hoogendoorn). De kinderen werden omhoog gehesen. Klasgenoten waren Ton van Berkel en Aart Voskuilen.                                                                                                                                                                             Na zijn opleiding tot hofmeester werkte Kees bij de Holland Amerika lijn. Ouders zochten hun geëmigreerde kinderen in Amerika op, maar door toename van het vliegen liep het aantal passagiers terug. Kees ging daarom in 1962 bij Van Zwol op de Meent in Rotterdam werken, hij legde gashaarden aan en plaatste centrale verwarmingen: het was in de tijd van de opkomst van aardgas. In 1965 ging Kees bij de NKF werken (26 jaar lang). Hij had daar ploegendienst en werkte in wisseldienst van 6 -14, van 14-20 en van 20-6 u. Dat gaf gelegenheid voor een eigen bedrijfje: handel in wijnfusten en biervaten en ook wel haringvaatjes, meestal wilden de mensen dat hij ze ook opknapte. Dit was een gewild product, omdat men de ramen met het zachte regenwater streeploos kon zemen. Kees ontwikkelde samen met zijn broer Wim het RON-systeem (regen-opvang-niveauregelaar), die Kees op elke ton zette. Via een loden buisje (later PVC) van 60, 70, 80 of 100 mm liep het teveel aan water terug in de regenpijp , een systeem op basis van de wet van de communicerende vaten. Zijn broer Wim en Maarten Saarberg (die bij rioolzuivering Rijnland werkte) hielpen hem daarbij.

 

document met uitleg RON-systeem van Kees Glasbeek

 In 1970 verhuisden ze naar de Irenestraat 46, hoek Marijkestraat, waar hij in de 2 bijbehorende garages de Ron-systemen kon maken. Op het terrein van Glasbeek Finish bij zijn neef Hendrik stonden achter het houten huis 3 metalen containers voor opslag van de tonnen (al wel of nog niet opgeknapt), hij verkocht daar heel veel biervaten. De luchtvervuiling veroorzaakte op den duur echter dermate zwart water in de regentonnen dat de verkoop afnam. Hij stopte daarom in  1982 zijn handel  in tonnen en vaten.

Ook ontwierp hij er een ‘energiefiets’, een soort hometrainer die gebruikt werd in het dorp[2] waar René vrijwilliger was door iedereen die dat wilde.               

Later startte hij de stichting Gered Gereedschap in de vrij gekomen garages, wat daar bleef tot Hanny en Kees verhuisden naar Kerkweg-west. Kees had daar ook een fietskarretje staan, wat hij gebruikte om gereedschap bij mensen op te halen. Het karretje gebruikten ze later wanneer ze met hun kleindochters naar het zwembad gingen, Hanny legde er dan een dikke slaapzak in om op te zitten.

 

Kees werd ziek  Hanny verzorgde hem zelf tot april 2009, toen Kees wegens dementie  in Souburgh werd opgenomen.  Hanny bezocht hem daar elke dag en hielp hem (en andere bewoners) met eten. Ze ging er ook voorlezen. In die tijd waren er 30 mensen in de gemeenschappelijke zaal op de gesloten afdeling. Elke 14 dagen was er een viering met de demente bejaarden, o.a. onder leiding van ds. Myrthe Leijdens, ondersteund door  Annie Los. Hanny hield een oogje in het zeil bij het heen en weer brengen van de bejaarden. Ook ds. Hetty de Jong leidde diensten, ze was verpleeghuispredikant. Eenmaal per week kwam er ook iemand die cd’s met mooie muziek liet horen. Kees overleed op 20 april 2010. Ds. Hetty de Jong leidde de rouwdienst.    

 

Het ouderlijk gezin van Kees Glasbeek

Hendrik  Glasbeek (grootvader van Kees) en zijn vrouw Wilhelmina de Boer hadden 3 zonen (Klaas, Hendrik en Pieter) en  4 dochters (waaronder Kee, die met Dirk Verheul trouwde). Hendrik sr. was loodgieter en koperslager en woonde aanvankelijk aan de Zuidkade links van het Stations koffiehuis vlakbij de hefbrug.

 

Het gezin van Hendrik Glasbeek en Wilhelmina Glasbeek – de Boer

 

 

Zuidkade   Rechts van het Stationskoffiehuis ligt de stadsboerderij op  Zuidkade 16, aquarel van Lies van Straalen

Later vestigde hij zich 2 huizen verderop (Zuidkade 16), hier was ook een winkel in huishoudelijke artikelen. Oorspronkelijk was dit pand een 18e-eeuwse stadsboerderij. Hier zouden 4 generaties Glasbeek wonen. Later woonde zoon Pieter daar en werd Kees er geboren. De ouders van Kees hebben een keer een etalagewedstrijd gewonnen en kregen daarvoor een herdenkingsmunt.

De etalage  van de winkel op Zuidkade 16 van grootvader Hendrik Glasbeek en zijn zoon Pieter Glasbeek

 

Zoon Henk bleef er wonen en ook Piet, de broer van Kees, woonde hier in het begin van zijn huwelijk; zijn eerste 3 kinderen werden daar geboren waaronder Aat, die later directeur Glasbeek Autoschade werd. Naast het huis lag het stationsgebouw van de scheepvaart, waar men koffie kon drinken;  in de oorlog werd dit door de Duitsers gevorderd. In de nasleep van de oorlog werd het pand in de 50-er jaren verkocht, waarop de winkel en het bedrijf werden gestopt. Weduwe Alida Jacoba Glasbeek-le Clerq ging bij haar zoon Henk in de Acaciastraat wonen. Kapper Van Es vestigde zich in het pand op Zuidkade 16.

 

De  tweede generatie

 KLAAS, de oudste zoon, had een garagebedrijf aan de Oranjelaan. Hij had met zijn broer Pieter                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          een taxibedrijf met een Hudson en een Spijker (ook voor liggend vervoer naar het ziekenhuis te Leiden)[3]. De taxi’s werden in de oorlog gevorderd. De garage was aan de overkant van de huidige garage Boonstoppel in de Oranjelaan, de gebouwen erachter staan er nog. Arie Boonstoppel sr. is daar ook in begonnen. De winkel aan de straatkant was een fietsenzaak, waar ook de eerste rijwielclub van Waddinxveen was  ondergebracht. Achter de winkel werd fietsles gegeven. Daarna vestigde bakker Booij zich er, hij was getrouwd met Mien Glasbeek, de dochter van Klaas. Bakkerij De Vlaam nam het pand over en nu is daar een zaak in vintage-kleding. Bakker Booij is later  een stroopwafelfabriek begonnen op de Zuidkade voorbij de St.Victorstraat.  Zijn dochter Jodé  Möhle- Booij woonde later  op de Noordkade.

HENDRIK, de middelste zoon, was smid. Hij trouwde Janna Spruijtenburg, dochter van de molenaar van ‘de Bijenkorf’ aan de Noordkade te Waddinxveen (tegenover waar nu de HUBO staat). Hendrik en Janna woonde eerst aan de Oranjelaan, waar Janna haarden verkocht. In ’46 is het bedrijf aan Noordkade gevestigd.

 

ansichtkaart met molen de Bijenkorf van Jan Spruijtenburg, de vader van Janna Spruitenburg

 

 

 

PIET(ER) (1889-1932), de jongste  zoon en de vader van Kees, was elektricien en loodgieter op Zuidkade 16. Pieter Glasbeek en Alida Jacoba le Clercq  trouwden in 1915 en kregen 7 kinderen, ze hadden 1 dochter en 6 zonen:  Nel ’16, Henk ‘18, Piet ‘20 ,Wim ‘22, Tom ‘24 (inspecteur Goudse verzekeringen), Niek ’26, Kees ‘31. De jongens werden allen binnen de 2 jaar geboren, Niek en Kees scheelden 5 jaar. Alida Jacoba le Clercq werd vroeg weduwe, Kees was nog maar 10 maanden. Zij zette de winkel voort en verkocht daar Gero bestek tot in de 50-er jaren.

 

Tom, Nel, Kees, Piet (vader v Aat), Niek, Wim, Henk

 

Zijn zoon PIET (broer van Kees en vader van Aat Glasbeek) begon in 1945 een autoschadebedrijf aan de Henegouwerweg vlakbij de Hefbrug. Hij leerde het vak toen hij in dienst was bij het carrosseriebedrijf van zijn oom Dirk Verheul, aan de Henegouwerweg vlakbij de huidige Coenecoopbrug  (later van de fa. Beeren). Na een brand op 30 nov. 1961 vestigde hij zich tijdelijk in ’t Centrum naast het sluisje de Nesse; burgemeester Van der Hooft regelde dit voor hem.  Vervolgens vestigde hij zich aan de Noordkade, waar het nieuwe bedrijf in 1963 werd betrokken. De huisjes  aan de Lange Werf die al onbewoonbaar verklaard  waren,  werden daartoe afgebroken. Piet en zijn vrouw Maartje hadden 4 zonen en een dochter: Piet, Aat, Tom, Onno en Marjoke, het gezin woonde aan de Amalia van Solmsstraat nr. 27. Aat Glasbeek zette het autoschadebedrijf voort en kocht later de naastgelegen tuinderij van Gerts erbij in verband met uitbreiding van de zaak.

’t Centrum bij het sluisje aan de Nesse. Vooraan ligt de Alpher Wetering.

 

Henk Glasbeek  (zoon van Hendrik en oudste neef van Kees) woonde met zijn vrouw Coby aan de Noordkade in een  houten huis bij het bedrijf Glasbeek Finish; de Lange Werf lag er aanvankelijk nog naast. Er was een grote tuin met groenten. Ook de kinderen van Hanny en Kees mochten er groenten verbouwen en achter het bedrijf mochten ze vissen in de Ringvaart. Later woonden ze in het witte huis naast de Willem van Oranjeschool aan de dwarsstraat van de Oranjelaan, die nu naar de Souburghlaan leidt (in de volksmond Blinde Darm geheten). Hun zoon Hendrik werd DOP genoemd en stierf jong door een  auto ongeluk in België, hun dochter is Conny van der Breggen-Glasbeek (van Manege Reigersburgh).

 

VRIJWILLIGERSWERK van Hanny.

Vanaf 1973 begon Hanny Glasbeek – de Booij met vrijwilligerswerk  in de gereformeerde Kruiskerk, destijds aan de Passage. Hester, haar jongste kind, was toen 5 jaar.                                                      Als contactpersoon bracht ze bezoeken bij huwelijksjubilea, pasgeboren baby’s (met cadeautje), zieken,  bij 75-jarigen of ouder en na een overlijden (‘gemeentecontact’).

Later werd ze lid  van TOMALIMA en ze raakte bevriend met Corry Smallegange (Huygenslaan) .

Werelddiaconaat , waar ze door Corry later lid van werd. Daarna is ze weer een paar jaar in het Gemeentecontact  gegaan en vervolgens  weer terug naar het Werelddiaconaat.                                                            De synode te Leusden (het secretariaat van het Werelddiaconaat) adviseerde dringend tot samenvoeging van Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking: ZWO, waar bijv. de Wereldwinkel zich mee bezig hield. Er zou dan centraal voor 1 project gecollecteerd kunnen worden tijdens bijv. de Vastenactie.

Hanny werd voorzitter van ZWO (Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking). Hiervoor vergaderde ze ook te Lunteren.

Wereldwinkel en Amnesty  deze activiteiten hadden vaak een kerkelijke achtergrond.

Amnesty werkgroep, Hanny was eerst donateur. In 1983 werd ze actief plaatselijk lid geworden met Anja Dijkhuizen, wat ze nog steeds is. Namens Amnesty en leggen Hanny en Anja op 4 mei bloemen bij het monument en organiseren ze jaarlijks in februari een collecte als er genoeg collectanten zijn; in de Immanuelkerk worden de collectanten ontvangen en wordt het geld geteld. Ook schrijft Hanny nog steeds brieven, nu per email.  De vergaderingen waren in het begin bij Tiny Ribbens, later in de Esdoornlaan (opslag van Woonpartners).

De leden van Amnesty waren  interkerkelijk:  Paula van der Ark (Victorkerk), Manny van Leeuwen (van het  Sweelinckhof), Huib van der Steen en dhr. Kalkman  (allen Immanuelkerk),  Aty van Weelden (Ontmoetingskerk)  en Jan en Coby Groenewegen (Immanuelkerk, later Remonstrantse kerk). Ook niet kerkelijke mensen sloten zich aan.  Bij de oprichtingsvergadering van Amnesty waren Huib van der Steen ( leraar biologie), Kalkman(leraar Wilhelmina mavo aan de Beatrixlaan) en Jan en Coby Groenewegen. Je hoort er nu niet veel meer van, er komen geen nieuwe mensen meer. Niemand wil zich langer binden dan hooguit 3 jaar.

 

Wereldwinkel (1982-2004)  Deze was opgericht door leerlingen van de Samenwerkingsschool  (4/5 HAVO en 5/6 VWO) waaronder Arnoud Verdoorn. Zijn broer Rob Verdoorn deed ook mee, hij had op basisschool bij Eduard in de klas gezeten (Julianaschool). Op de Samenwerkingsschool was de  leraar Maatschappijleer Warry Schuurman betrokken bij de oprichting. Hanny werd gauw daarna klant van de Wereldwinkel, evenals Frieda Winklaar. Zij was kleuterschoolleidster bij de Klaas de Vriesschool, was bij de oprichting en gaf raad aan de leerlingen. Toen de leerlingen gingen studeren nam Vrouwen van Nu het over. Jan van der Loo was penningmeester en installeerde de computerkassa. Elke 14 dagen stonden ze op de markt. De opslag zat in een bakfiets op het Sweelinckhof in de garage. Rob vroeg of de bakfiets in de garage van Kees Glasbeek mocht staan. Later was de opslag bij Glasbeek Finish aan de Noordkade bij zijn neef Henk Glasbeek.                                                                                                                                                                          Vervolgens kregen ze een winkeltje op het Koningin Wilhelminaplein (nu viswinkel). Door tussenkomst van de vader van Mirjam en Frank van Kesteren (leerlingen Samenwerkingsschool), kregen ze een oliekachel  van Spijsfabriek Broer (waar dhr. Van Kesteren werkte). De drum stond in het toilet, de rook kwam tot aan de Willem de Zwijgerlaan. Na enige tijd kochten ze voor weinig geld een gashaard.                                                                                                                                                                                      In 1997 kregen ze de winkel bij Albert Heijn. Hanny en Annie Lit hadden met ambtenaar Wilma Romeyn en wethouder Paul van Schie overlegd om het winkeltje bij Albert Heijn te krijgen en dat lukte, door toedoen van Van Schie, burgemeester C.M. van der Linden en burgemeester Fedde Jonkman. Hanny werkte veel in de winkel (haar vaste dag was vrijdag, soms verving ze op dinsdag) en ze deed ook inkopen in Culemborg. De winkel is na ong. 20 jaar opgeheven op die locatie: Albert Heijn had de ruimte nodig en huur van een ander pand was te duur.  Collega’s waren o.a. Dicky Kuit, de eerste penningmeester en Annie Lit, daarna penningmeester. Zij was boekhouder , door haar toedoen werd de subsidie behouden. De laatste penningmeester was Jan van der Loo (accountant van beroep), hij installeerde de computerkassa. Andere collega’s waren Annie Bost-Winkel en Paula van der Ark. Voorzitter was Jac Bost. In 2004 nam Hanny afscheid van de Wereldwinkel  (Kees werd ziek en kon niet alleen zijn). Bep Vermey nam het secretariaat over van Hanny.

 

ABANA Rwanda kinderen, opgericht 16-12-2004                                                                                 Hanny is voorzitter, Paula van der Ark is medebestuurslid. Paula gaf lessen Nederlands in het AZC en Simeon Musengima  is 3e bestuurslid. Hij was sleutelbewaarder van de computerkamer in het AZC. Met z’n drieën  richtten ze Abana Rwanda op. Simeon haalde in 1 jaar zijn Staatsdiploma en wilde snel Nederlands leren en spreken, hij ging vanwege de taalbeheersing in de Wereldwinkel van Waddinxveen werken, waar  Paula ook werkte. Musengima vertrok later naar Den Haag, maar kwam voor Abana Rwanda wel  heen en weer naar Waddinxveen. Simeon was uit Rwanda gesmokkeld, zijn vrouw en kinderen kwamen terecht in Londen. Pas na 6 jaar kon hij naar ze toe. Het geld voor Abana Rwanda werd geschonken door donateurs en verdiend met o.a. verkoop van kaarsen en kaarten. In de vastentijd verkochten ze Soweto-kaarsen uit de Wereldwinkel in de Kruiskerk en de Ontmoetingskerk. Het tafeltje voor de ZWO bleef dan staan voor de MOV werkgroep van de Victorkerk (Missie, Ontwikkelingswerk en Vrede  van de Rooms-Katholieke kerk). Deze kerk hield ook diensten in de Ontmoetingskerk De kerkleden brachten het tafeltje weer naar de Wereldwinkel terug. Simeon (nu 67 jaar) zorgt ervoor dat het ingezamelde geld op de juiste plaats komt. Het 10 jarig bestaan is op 23-10-2014 gevierd met een Benefietconcert in de Remonstrantse kerk. Hanny en Paula hebben ervoor gezorgd dat er toen al meer dan 70 kinderen hun eindexamen konden halen of een diploma waarmee ze aan het werk konden. Hanny Glasbeek en Paula van der Ark zijn nu beiden 83 en stoppen ermee. De kinderen die nu nog op school zitten, krijgen genoeg geld om hun studie af te maken. De vaste donateurs blijven geld geven, nu aan Terre des Hommes waar het overgebleven geld ook naartoe gaat.

Nu doet Hanny opnieuw vrijwilligerswerk, als contactvrouw in Petteflat  I                                                                   Vanuit de Bewonerscommissie gaat ze altijd kennismaken met nieuwe bewoners.  Er is een potje voor lief en leed bij huwelijksjubilea, kroonjaren en als iemand uit het ziekenhuis komt.  Iedereen draagt €5,- bij. De fa. Metselaar haalt het ingezamelde oud papier op. Van de opbrengst verzorgde de Bewonerscommissie elk jaar voor alle bewoners speculaas met 5 december, een Kerstbrood en met Pasen een zakje met chocolade en een doosje eieren. Het oud papier is nu te weinig waard om dit nog te doen.

 

Gered Gereedschap is in 1982 door Kees opgezet In Waddinxveen. Hanny maakte het jaarverslag. Het idee voor Gered Gereedschap ontstond toen ze in 1981 met broer Henk op zijn boot  in Amsterdam lagen tijdens het culturele Festival of Fools. Kees had een foldertje van Laura Dols gekregen over het ‘Festival of Tools’ om in Amsterdam gereedschap te verzamelen voor startende ondernemers in ontwikkelingslanden. Daardoor geïnspireerd zette Kees Glasbeek  ook in Waddinxveen een stichting Gered Gereedschap op, wat nog steeds een succes is. Voorzitter was ds. Aad Verdoorn, Kees Glasbeek was secretaris. In een van zijn garages startten ze. Eerst werd het verzameld zonder te repareren, maar de Universiteit van Amsterdam adviseerde het eerst te repareren.  Arjan de Knijff, schoonzoon van Corrie en Niek van Leeuwen,  reed alles 5 jaar lang naar Amsterdam. Door sterke groei van de opslag en de vrijwilligers was een grotere ruimte nodig, die de gemeente hen in  1983 gaf aan Wingerd 522a naast de lift in het flatgebouw. In 1994 kregen ze een klaslokaal in de Groen van Prinstererschool, waar het gereedschap ook werd opgeknapt. In 1995 betrokken ze een lokaal in de voormalige Kohnstamm Mavo voor de reparaties.                                         Vanaf 1991 maakte Hanny het jaarverslag op de computer. Haar zoon Eduard (’66), leerde het haar. In die tijd was het heel bijzonder om al op de computer te werken. Hanny kreeg daarna ook computerles van Jeannette van der Loo, de vrouw van accountant Jan van der Loo. De computer hadden ze  van de NKF fabriek, via de Philipswinkel aldaar (pc-privé-project). D de NKF fabriek is korte tijd (± 2 jaar) van Philips geweest. Maandelijks werd een bedrag ingehouden van het salaris van Kees. In 2007 namen Kees Glasbeek en  Aad Verdoorn afscheid van Gered Gereedschap bij de viering 25-jarig bestaan in de Immanuelkerk.

 

Activiteiten van Hanny en Kees samen:

DDR reizen

Olvenstedt Vanaf 1978 ging een groep van de hervormde Immanuelkerk naar de zusterkerk in Olvenstedt bij Maagdenburg. De groep werd begeleid door ds. Hulst. Nadat hij naar Apeldoorn vertrok, nam ds. Ad van Houweling de begeleiding over. Doordat Kees bevriend was met  Aad Verdoorn, de vader van Arnoud en Rob, gingen Hanny en Kees net als hij mee.

Verschillende protestantse kerken in Nederland hadden een DDR werkgroep. In Waddinxveen was alleen de Immanuelkerk enthousiast. Ieder jaar was er in Vlaardingen een ontmoetingsdag van kerkcontacten in oost Europa. In diverse Europese landen vonden gemeentecontacten plaats tussen zusterkerken. Gouda had een zusterkerk in Maagdenburg. Twee keer per jaar gingen ze er met 3 of 4 auto’s naartoe, n.l. rond Hemelvaart en in de herfstvakantie, want dan konden er ook jongeren mee. Ook waren de dochters van Joke en Jochem de Rooij erbij, de vroegere voorzitter van het  Historisch Genootschap. Het ging om bemoediging en uitwisseling van ideeën. De kerken waren gelijkwaardig, er werden geen goederen meegenomen, behalve koffie en bananen, omdat die daar niet te koop waren. Eenmaal per maand was er in beide kerken een bespreking over eenzelfde onderwerp: een maatschappelijk thema (zoals racisme, discriminatie of emancipatie) of een bijbels thema. Per post wisselden ze uit wat besproken was, want ze hadden daar geen telefoon en bovendien kon er afgeluisterd worden. In het najaar werd het nieuwe thema gekozen, in het voorjaar werden de uitkomsten besproken. Er was altijd een Hollandse en een Duitse avond. In Olvenstedt had men ook eens Joodse mensen uitgenodigd. Ook werd er voor een uitstapje gezorgd. Zo zijn ze in Lutherstad Wittenberg geweest en in Potsdam bij Berlijn, waar ze Sanssouci bekeken, de grottenzaal in het Neues Palais en de Hollandse wijk voor de Nederlandse arbeiders die deze zaal hebben gedecoreerd met schelpen van over de hele wereld. Na de val van de muur kwamen de gemeenteleden van de zusterkerk ook naar Waddinxveen, waar ze een concert gaven in de Immanuelkerk(bij het 20 jarig jubileum), in de Ontmoetingskerk en in Souburgh. Later is het contact met de zusterkerk doodgebloed. Hanny heeft leuke herinneringen aan die  boeiende en leerzame tijd. Met Kees had ze nog lang contact met een echtpaar.

 

Oprichting  Vriendschapsband Pehlrimov – Waddinxveen   Hun contact met Olvenstedt heeft een rol gespeeld bij de  vriendschapsband tussen Waddinxveen en Pehlrimov. Hanny en Kees zaten bovendien in het Vredesplatform (met o.a. Jac Bost). Verder had Gert Andeweg, leraar aan de Samenwerkingsschool, al contact met het gymnasium in Pelhrimov  (Tsjechië). Hun vriend Aad Verdoorn (verpleeghuispredikant) introduceerde Hanny en Kees in de Immanuelkerk vanwege hun ervaring met het leggen van contacten in de DDR en zo kwamen ze in Pelhrimov. Hanny en Kees zijn aanwezig geweest bij de oprichting van de vriendschapsband Waddinxveen- Pehlrimov. Ook Jac Bost was erbij. Hanny en Kees logeerden bij de burgemeester en omgekeerd logeerde hij bij hen in Waddinxveen. Hanny sprak Duits met hem en met zijn vrouw Engels. Er was een oude moeder in huis, die ook Duits sprak. Ze gingen er 1 x per jaar naartoe, soms 2 x per jaar. Hun dochter Hester is eenmaal mee geweest  naar de DDR. De kerken waren enthousiast, maar de gemeente Waddinxveen was afstandelijk. Kreater reisde er ook eens naartoe en hield daar een tentoonstelling van leerlingen, evenals het koor Kreamusica.

 

Koninklijke onderscheiding

Hanny werd In 1999 geëerd met een lintje voor al haar vrijwilligerswerk. Zij is lid in de orde van Oranje Nassau. Wethouder Paul van Schie maakte zich daar sterk voor. Hanny’s  vriendin Paula van der Ark werd ook onderscheiden voor haar werk bij het AZC, Abana Rwanda en Amnesty, evenals Elly Kempkes voor haar werk in de Wereldwinkel.

Kees is in 2001 eveneens koninklijk onderscheiden, vanwege het opzetten van de stichting Gered Gereedschap  en zijn werk als diaken, maar vergaderingen t. b. v. het werk voor de Gereformeerde kerk waren niet goed  te combineren met  zijn ploegendiensten. Verder ook voor de gezamenlijke activiteiten met zijn vrouw Hanny in Olvenstedt en in Pelhrimov.

 

 

Kees Glasbeek

 

 

 

 

Hanny is nog steeds een actieve vrouw in het Waddinxveense leven. Tot de Corona crisis een spelbreker werd, nam ze deel aan:

Vier het leven  Deze landelijke organisatie organiseert culturele activiteiten voor ouderen, met vervoer door vrijwilligers. Het is opgezet door een donatie van Appeltje van Oranje, waarmee  goede doelen kunnen worden verwezenlijkt. Het  geschenk van de bevolking  bij het huwelijk  van Willem Alexander en Maxima in 2002 maakte dit mogelijk.                                                                  Samenspraak  Ze bezoekt de interkerkelijke activiteiten ervan, waaronder films en vieringen, bijv. Kerk van de Eenheid.                                                                                                                       Kerkgang Vrijwilligers zorgen ’s zondags voor haar vervoer. Coördinator is Ad van den Assem.                                                                                                                                                                                 Sport Fitness op maandag bij Medifit Groene Hart en op donderdag Fifty-fit in zwembad De Sniep.                                                                                                                                                       Open Monumentendag: Hanny ging altijd Monumenten bekijken met Magda Haspels tot ze minder mobiel werd.

 

Veranderingen in Waddinxveen

In de 60 jaar dat Hanny in Waddinxveen woont, heeft ze veel zien veranderen, zoals de komst van nieuwe buurten. Aanvankelijk was er behalve het oude gedeelte van de Dorpstraat tot en met de hefbrug alleen de Sniep en begon de bouw van de Oranjewijk, met o.a. hun nieuwe huis in de Pr. Margrietstraat.  De Amalia van Solmsstraat, waar Piet en Maartje (Map) Glasbeek met  hun gezin van 5 kinderen woonden, was de eerste straat in de Oranjewijk die klaar was. Er kwamen ook steeds meer scholen, waaronder de Samenwerkingsschool in 1973, waar René na zijn mavo examen klas 4 en 5 HAVO deed. (Eduard ging naar het Ashram college in Alphen en Hester naar het gymnasium op de Goudse Waarden in Gouda.)  Over het nieuwe winkelcentrum is enorm lang gepraat voor het verwezenlijkt werd. Nu is de grote wijk Triangel in aanbouw. Waddinxveen is zo uitgebreid dat ze het nog niet gezien heeft; ze wil eens uitstappen bij station Triangel om het te bekijken. Het Gouwebos werd begin 70-er jaren aangelegd, waar ze met de kinderen naartoe ging, haar dochtertje ook al zelf op de fiets.

Ze gingen er pannenkoekjes bakken op haar kinderfornuisje, want Kees vond die lucht onprettig. Ze gingen ook vaak boven aan de dijk bij de bibliotheek vissen , zoon Eduard deed dat graag met een neefje die dol op hem was (zoontje van haar jongste zus). Toen hij een vis had gevangen en Eduard er eens niet bij was, moest Hanny het neefje leren de vis van het haakje te halen. Ook speelden de kinderen veel op het pleintje bij de Pr. Margrietstraat, waar alleen banken stonden- nog geen speelwerktuigen, zoals nu.

Rond 1960 waren er in de zomervakantie nog wedstrijden bij de Nesse aan de Gouwe:  touwtrekken (men stond tegenover elkaar aan de Nesse en de Henegouwerweg) en tobbevaren op bijv. houten wijnvaten: men moest zo hard mogelijk roeien. In die tijd gingen niet veel mensen Waddinxveen uit. In het zwembad in het Kanaal was het dan ook erg druk.

 

 

 

 

 

 

Het echtpaar Hanny en Kees Glasbeek – de Booij

 

 

Familie Glasbeek

De familie ging onderling  altijd bijzonder goed met elkaar om. Nog steeds wordt  er wel eens een  familiereünie  gehouden met de talrijke familieleden, o.a. in Apeldoorn, Arnhem, Friesland of Groningen.

De kinderen van Hanny en Kees

Zoon René Glasbeek  deed de mavo ( Kon. Wilhelminaschool) waarna hij de Havo (klas 4 en 5) deed op de Samenwerkingsschool, die vanaf zomer 1973 gestart was. Hij is historicus, maar vond geen baan in die sector en werkt nu in de IT bij een bank. Na zijn studie deed hij 9 mnd. vrijwilligerswerk in Tanzania, waar hij een dubbel toiletgebouw bouwde. Om het jaar werd het ene toiletgebouw  afgewisseld met het andere. De faeces konden daardoor indrogen en verouderen, waardoor het ‘belegen’ mest werd voor gebruik op het land. Onder leiding van een arts, die daar samen met de mensen iets wilde opbouwen, bakten ze stenen die in de zon droogden. Dat ging wel eens mis door de geiten die er overheen liepen – daarom werd er een geitenhoeder aangesteld.

Zoon Eduard was zeker 10 jaar actief bij de waterscoutinggroep de Cornelis de Houtman (Gouda). Hij haalde er een roei-, zeil- en zeilinstructeurdiploma. Later ging hij met een hele groep 20- plussers naar So What in Gouda, waarvan hij ook penningmeester was. Hij deed SIOM (sinds 1985 nog steeds te Gouda)en later tijdens het werk SPD. Hij is nu administrateur bij een Amerikaans bedrijf.

Dochter Hester, had al op 5 jarige leeftijd blokfluitles (sopraan en alt) van juffrouw Donker. Op de muziekschool (bij de Gouwe) kreeg ze klarinetles. De NKF waar haar vader werkte, was een sociaal bedrijf en betaald e de helft van deze muzieklessen. Ze studeerde Nederlands en is gepromoveerd. Nu is ze werkzaam aan de VU te Amsterdam (medewerker onderwijsontwikkeling) waar ze leraren  l.o. en m.o. opleidt en bijschoolt, verder doet ze wetenschappelijk onderzoek met studenten. Ze woont in Slotervaart. Hanny past 1 x per jaar in de vakantie met een vriendin op het huis.

 

 

 

Verdere familie Glasbeek

 

Niek Glasbeek  was taxateur (expert) voor schadeauto’s, hij deed veel met Piet samen aan de Henegouwerweg. Zijn huis is door de gemeente  in 1965 onteigend i.v.m. gemeentelijke plannen voor een wandelpromenade en een aanlegplaats voor vakantieboten, wat overigens  niet is doorgegaan. Hij verhuisde naar Friesland en werd makelaar.

Nel Piets-Glasbeek (de zus van Kees), werd met 42 jaar weduwe en woonde in het hoekpand op de Zuidkade /Kerkweg, met uitzicht op de Hefbrug. Zij verhuurde kamers (o.a. aan Willem de Boer).

Annemarie,  (de dochter van Nel Piets- Glasbeek) was een nichtje van Kees.  Zij trouwde met Bert Berghoef.  Ze werd maar 44 jaar oud. Bert werd later burgemeester, o.a. in Haastrecht en Vlist, later in Aalten.

Dirk Verheul (Carosseriefabriek aan de Henegouwerweg) trouwde met Kee Glasbeek, de zus van Pieter Glasbeek (vader van Kees). Een van hun zonen heette Jan. Hun jongste dochter Ko Verheul trouwde met Dik de Nooij. Hij heeft bij het  50 jarig jubileum in 1950 veel geld gegeven voor het Groene Kruisgebouw aan de Stationsstraat. Een grote rode V in de voorgevel herinnert aan de schenker. Hij startte zijn bedrijf met een wagenmakerij, waar nu Wielaard zit.

De naam Glasbeek is oorspronkelijk misschien een Joodse naam en komt in Amsterdam ook wel voor onder Joodse mensen. Tom (historicus) en Onno  (onderwijzer basisschool) Glasbeek wilden dat uitzoeken, maar ze zijn helaas overleden. Ze hadden al wel contact met een Amsterdamse Joodse vrouw (wier man Glasbeek heette) en met haar dochter.

Tekenen en schilderen Vier broers en de zus van Kees Glasbeek konden mooi tekenen en schilderen.  Kees etste ook (geleerd van Jan Groenewegen aan de Peuleijen), Hanny is trots op het etsje wat hij van zijn kleindochter maakte.

Het kacheltje waar de fam. Glasbeek in de oorlog op kookte, staat In Hanny’s kamer. Het was van levensbelang in WO II.

De brandkist van de fam. Glasbeek uit de 19e eeuw werd door Kees en Hanny geërfd. Daarin bewaart Hanny de diploma’s van Kees,  haar eigen diploma  plus cijferlijst van de opleiding Verpleegkunde  in ‘De Wijk”, een diploma van kooklessen  gedurende  3 maanden op de Huishoudschool te Gouda. Ook de nota van het eerste bankstel die ze kochten bij de Koos Ultee aan de Henegouwerweg werd hierin bewaard, deze is nu weggeven aan zijn dochter.

 

[1] ‘Over de honderd’ C.J.Th.de Jong- Steenland, HDW jaargang 21, nr. 2

[2] Zie blz 17

[3] Kent u ze nog…de Waddinxveners ( H.Glasbeek). blz 77 Klaas Glasbeek in de Spijker.


Cultuurhistorie van de Parel aan de Gouwe