Grootouders Hanny
Grootvader vaderskant had een groentezaak in Rotterdam. Haar grootvader ging ook de huizen langs met een hondenkar. Grootvader Jan de Booij was geboren in Zevenhuizen. Hij was op 7-jarige leeftijd al wees, heeft in Wassenaar in de tuinbouw gewerkt en is later met zijn vrouw naar Rotterdam gegaan. Zij heette Johanna Cornelia de Hoog en ze was in Zuidland geboren ( t.w.v. Hellevoetsluis), haar vader was vlasboer. Hanny ging als kind met het hele gezin regelmatig op bezoek bij een broer en schoonzus (tante Stijn) van de Hanny’s oma van vaderskant.
Grootvader moederskant Opa Jan Gelderblom was in Nieuwpoort bij de Lek geboren en oma Lijsje Gelderblom-Spinhoven kwam uit Polsbroek. Aangezien daar niet genoeg werk was bij de boeren, ging haar vader al jong met een paar broers naar Rotterdam om daar werk te zoeken. Hij werkte bij de gemeente aan de aanleg van de riolering, daarna leidde het werk als uitvoerder en vervolgens als planner vanuit een keet toen het werk hem te zwaar werd bij het ouder worden. Hij zette ook koffie voor de mannen.
Hanny is nog vaak met haar ouders naar de familie van haar grootouders in Nieuwpoort geweest (tantes en ooms van haar moeder) , bijv. naar haar oudtante Betje. Zij was getrouwd, had geen kinderen, maar wel een broer in huis die ‘wat achter liep’. Van haar mochten ze hun brood buiten opeten. Hanny zag haar kans schoon om de geitenmelk, die ze vies vond, in de struiken te gooien.. Met haar vader reden ze er na de oorlog in de Volkswagen Kever regelmatig naartoe, bijv. met Pasen of Pinksteren of in de zomervakantie met haar moeder op de fiets, via Vlist en een pont over de Lek.
Ouders Kees
Vader: Pieter Glasbeek[1] , zie blz. 11
Moeder: Alida Jacoba le Clerq, getr.1915.
Pieter stierf jong door longontsteking, Alida zette de winkel voort tot in 50-er jaren.
Ze hadden 7 kinderen: 6 jongens, 1 meisje.