Reizen. Jan en Gerda reizen beiden ontzettend graag en vaak. Vroeger ging Jan al vaak met Nel en de kinderen kamperen. Vlak na de oorlog in de 50er jaren werd hij op het spoor gezet door een oom die met hem en een stel neefjes en vriendjes op de Veluwe ging kamperen – met materiaal van 3 x niks: lekke tenten zonder grondzeil, koken op een vuurtje, de pannen moesten geschuurd worden, er mislukte van alles. Ze reden er op de fiets heen: berg op, berg af. De fiets was een doortrapper met 1 handrem: levensgevaarlijk als ze de heuvel afreden! Reuze lol met z’n allen. Hij en ook de anderen zijn die oom altijd dankbaar gebleven voor deze ervaring. Later ging hij vele malen kamperen (het materiaal werd steeds beter) met een tent, vouwwagen, caravan, later een camper. Daarmee maakten Jan en Gerda grote reizen door Europa tot in Rusland via Polen en de Baltische staten. Ook met de trein reisden ze: bijv. naar en in Zwitserland met allerlei mooie treinen. Met het vliegtuig gingen ze onder andere ettelijke keren (via tussenstops als Sjanghai) naar Nieuw Zeeland, waar ze met een auto rondreisden. Deze reizen maken ze meestal individueel. Jan heeft daar plezier in; hij is een talenmens en komt er altijd wel uit in gebieden waar men geen Engels spreekt. Verder reizen ze met de trein naar steden om een museum te bezoeken en de stad te bekijken.
Gemeente Waddinxveen. Jan heeft er nooit voor gekozen om zelf deel uit te maken van de politiek, maar hij kreeg wel veel te maken met de gemeente. In zijn werkzame leven heeft hij vaak overleg gehad met het gemeentebestuur, waarmee hij van laag tot hoog goed kon samenwerken. Ook is hij voorzitter geweest van de bibliotheek, waardoor hij direct te maken had met de politiek, omdat het ook over geld ging. De werknemers waren betaalde krachten met een contract en er was heel veel vakkennis. De gemeente wilde echter dat de bibliotheek een vrijwilligersorganisatie werd. Jan verdedigde in de gemeenteraad het personeel te vuur en te zwaard, hij vond dat ze betaald moesten worden en op cursus moesten, bijv. op het gebied van ICT. Verder is hij ook gevraagd mee wel eens te denken over kwesties van de gemeente in een Denktank: ‘Hoe vertel ik het de burger’, als vertegenwoordiger zonder ruggespraak, maar gewoon vanuit zijn ervaring als ‘schoolmeester’.
Waardering. Het Waddinxveense gemeentebestuur krijgt een compliment van hem voor wat wèl goed gaat: het verkeer werd veiliger door fietspaden, er zijn verkeerslichten, de renovatie van verschillende wijken, waardoor het er esthetisch goed uit zie. De veiligheid is toegenomen en de tevredenheid is omhoog gegaan bij de bevolking.
Er gaan ook dingen niet door, of lopen verkeerd vanwege de aard van de Waddinxveense bevolking, zoals de vertraging van de bouw op de plek van het oude postkantoor, waar onderkomens gepland zijn voor mensen met een beperking; ook de kleindochter van Jan hoort daarbij. Dit zit al jaren in de pen, maar helaas voor deze mensen is er een enorme vertraging ontstaan door protest van buurtbewoners.
Middenstand/ waarvoor ging men naar de stad. Jan heeft in zijn jeugd altijd in de grote stad gewoond (Nijmegen). Hij kent het dorp Waddinxveen “pas” vanaf 1964. In die begintijd kocht hij zijn kleding zoals velen nog niet in Waddinxveen.