Straatzijde
Vanaf 1960 mochten de voormalige KNIL-militairen de woonoorden verlaten, werk zoeken en zich vrij vestigen. Men koos vaak bewust voor wonen en werken in Waddinxveen. De mensen die niet in de woonoordplaatsen bleven, realiseerden zich heel goed, dat zij nooit meer naar Indonesië zouden terugkeren en dat de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen in Nederland lag. In de beginperiode werd geprobeerd om in Waddinxveen een Molukse Kerk te stichten, maar die pogingen verwaterden. Bovendien was het Waddinxveens beleid om de nieuwkomers niet te veel bij elkaar in de buurt te laten wonen. Eventueel wel in dezelfde wijk, maar niet in hetzelfde portiek of flatgebouw. Die beoogde spreiding werd niet altijd overal gerealiseerd.
Er werd gewerkt bij verschillende bedrijven: NKF, Verheul of slagerij Van Tilburg. Familiebanden bleven, en ook het gevoel van eigenheid. Maar al snel voelden de meesten zich vooral een nieuwe Waddinxvener, wat betekende dat men ook Nederlander wenste te worden.