Historisch Genootschap Waddinxveen

G. Mulleman

Zijn ouders kozen voor de r.k. Jozefschool en verhuisden van de Oranjelaan naar Burgemeester Trooststraat 5, zodat de afstand naar school korter zou zijn. Er was nog geen kleuterschool en Gerard ging naar de lagere school met ± 7 jaar.  In die tijd was 1 april de peildatum waarop je 7 jaar moest zijn om naar school te mogen.  Ook was hij met hart en ziel misdienaar in de St. Victorkerk en zat hij op de Verkennerij, een Rooms Katholieke padvindersvereniging.                                                                                                                                                                        Daarna volgde Gerard tijdens de oorlog vanaf 13 jaar de mulo. Gerard wist al vroeg wat hij wilde: n.l. mulo A en B tegelijk halen, wat  op de openbare mulo in Gouda kon, maar zijn ouders wilden hem erg graag op een r.k. school hebben. Echter op de r.k. mulo In Boskoop, waar hij 3 jaar op school zat, kon je alleen A halen. Toch haalde hij er uiteindelijk examen A en B.  Daar ging heel wat aan vooraf! In Gouda heeft hij 14 dagen in de 4e klas op school gezeten. Maar toen kwam er een brief van Seyss Inquart, de Duitse bevelhebber in Nederland, die hem zei terug naar Boskoop te gaan. De onderwijzer te Boskoop had n.l. bezwaar aangetekend, omdat hij anders te weinig leerlingen zou hebben en de klas daar te klein zou worden om die te kunnen laten draaien. Omdat Gerard per se A en B wilde doen (!) is hij met het hoofd in Boskoop gaan praten en heeft hij de onderwijzer onder druk gezet. Gerard heeft toen extra bijlessen in de avond gehad, zodat hij in hetzelfde jaar ook mulo B kon doen.  Zijn hele schooltijd was gedurende de 2e wereldoorlog.                                                                                                                                                                                                      Vervolgens wilde Gerard naar de HBS. Voor de hand lag de Rooms Katholieke HBS te Leiden. Zijn ouders waren bereid om hem met de trein op en neer te laten reizen naar Leiden, omdat de HBS daar katholiek was, maar de rector ging niet akkoord met de eis van Gerard om in de 4e klas te mogen instromen. Gerard is toen met de directeur van de Rijks HBS te Gouda,  dr. Leest,  gaan praten. Hij stelde dhr. Leest hem dezelfde vraag, waarop hij daar toestemming voor kreeg.  Zijn moeder was er niet blij mee, omdat het geen katholieke school was, maar zijn vader gaf hem fiat en zo behaalde hij in 1947 zijn eindexamen, waarna hij ging werken. Naast zijn baan studeerde hij in de avonduren Sociale Wetenschappen, wat gegeven werd in het Groothandelsgebouw te Rotterdam. Verder deed hij ook een Boekhoudcursus.

Zijn eerste baan  was op een Papierfabriek te Hilligersberg, waar hij kantoorwerk deed. Voor restaurant “de Unie” vertrok ’s morgens om 6.30 u  de bus naar Rotterdam. Na enkele jaren ging hij bij de Rotterdamse Bankvereniging werken op de Coolsingel, die later opgegaan is in de ABN Amrobank. Hem was een soort traineeship in het vooruitzicht gesteld; hij zou de hele bank doorlopen om een allround bankman te worden. Maar na 3 maanden eenvoudig kantoorwerk gebeurde er niets. Hij wilde de baas erover spreken en de chef van de afdeling (30 mensen) beloofde een afspraak voor hem te regelen. Ze zaten met 30 mensen te werken op een zaal en de chef hield toezicht of ze wel werkten. De grote baas zat op een kantoortje en aan een rood lichtje zag je dat hij bezet was, bij groen licht kon hij iemand ontvangen Na 2 weken was er nog steeds niets geregeld. Gerard zei tegen zijn chef dat als er in week 3 nog steeds niets geregeld was, hij zijn jas zou aantrekken en opeens zou verdwijnen. Na 3 weken was dat het geval. Hij had toen al een andere baan gezien in de krant bij een kleine bank aan Turfmarkt 30 te  Gouda: Bank Wed. Knox en Dortland, waar hij solliciteerde en gelijk werd aangenomen. Hier heeft hij ettelijke jaren heel prettig gewerkt. Gerard was ondernemend en solliciteerde vervolgens bij de Shell, waar hij werd aangenomen, maar hij moest dan ook tekenen dat hij kon worden uitgezonden naar het buitenland. In die tijd had hij al verkering met Jeanne van Berkesteijn, die hij kende via de jeugdbeweging. Jeanne vertelde haar moeder over Shell en het contract. Haar moeder zei: “Daar komt niets van in” en zo kwam Gerard in 1951 in Stoel- en Meubelfabriek H.A. Van Berkesteijn te werken! Gerard bleef er van ’51-’91 werken, dus 40 jaar. Gerard kende het vak eerst niet, maar was wel de zoon van een meubelmaker en dus werd er thuis veel gesproken over het maken van meubels. Waddinxveen stond in die tijd vol meubelfabrieken en veel mensen vonden daar hun werk in.


Cultuurhistorie van de Parel aan de Gouwe