Rechtsonder
Op deze luchtfoto, genomen omstreeks 1987, zien we linksboven de Jan Dorrekenskade waar al nieuwe huizen worden gebouwd. Haaks daarop loopt de Dorpstraat* naar rechtsboven.
Op de punt rechts onderin zien we het pand waar van Pruisen zijn bloemenwinkel had en dat nog even als politiebureau heeft gediend. De donkere vlek ernaast is de boom die ter gelegenheid van het huwelijk in 1937 van prinses Juliana en prins Bernhard is geplant. Daartegenover is ook de inrit naar de Heuvelhof, gebouwd in 1979, zichtbaar. Op die locatie was voorheen de meubelfabriek van Modderkolk en Dijs gevestigd die later werd overgenomen door Kempkes. Deze foto geeft goed het gebied weer waar zich het Ouwe Dorp heeft ontwikkeld.
Het donkere deel boven in de foto is de Achterofse polder. U ziet de boerderijen van Spruyt en Borg met het onverharde weggetje naar rechts waar het bij de toenmalige Witte Brug aansluit op de overgang Dorpstraat–Nooreinde.
De donkere streep is de Ringvaart die in vroeger tijd de vaarverbinding was tussen Rotterdam en de Gouwe. Via de Rotte en Donderdam en de toenmalige sloot lang de Kerkweg en het verlaat bij de Nesse voer en aar de Gouwe. Dat was een sluiproute om de hoge tolgelden die Gouda berekende te ontlopen. De Witte Brug zal in die tijd wel een ophaalbrug zijn geweest om beladen boten door te laten.
De polder Achterof was ooit een moerasgebied. Het werd voor turfwinning afgegraven en kreeg de naam Noordplas. Datzelfde is ook gebeurd in de Puttepolder tussen onze Kerkweg en Boskoop en in de Zuidplaspolder. De door turfsteken en slagbaggeren gewonnen turf diende voor verwarming maar een groot deel werd afgevoerd als brandstof voor de ongeveer 150 bierbrouwerijen in Gouda. Het was een belangrijke economische activiteit maar het betrokken werkvolk leidde een zwaar en zeer sober leven.
De plassen waren dermate groot en diep dat dijkdoorbraak en overstroming een steeds groter gevaar vormden voor mens en dier. Er zou dan een enorme binnenzee ontstaan. Om een ramp te voorkomen moest de waterwolf gestopt worden. Daartoe werd in 1765 de Noordplas, in 1840 de Zuidplas en in 1875 de Putteplas drooggemaakt.
Linksonder
We kijken richting Plasweg waar links een nog geheel maagdelijk landschap te zien is.
Rechts begint de Onderweg naar Moerkapelle waar zich tot Eigen Haard slechts drie boerderijen bevinden die destijds door een Koetsier werden gepacht, respectievelijk door Maarten, Pleun en Piet.
Het eerste huis is Huize Marianne, ooit gebouwd door L Koetsier en later bewoond door tuinder en zaadhandelaar A. Oudijk. Vervolgens staan er twee onder een kap en daarna de statige villa De Schouw waar J. ( Jan sr.) Verheul van het gelijknamige bedrijf woonde.
Links op het kavel voor de Sniepweg staat later de villa Plasrode waar Phlip Dijs van de meubelfabriek resideerde en die later de ambtswoning werd van burgemeester C.A. van der Hooft werd.