Andere sociale activiteiten:
Als wielrenner deed hij in 1977 mee aan de 530 km lange non-stop fietstocht Parijs-Waddinxveen waarbij f 20.000 werd opgehaald ten bate van de Gouwebloem. Voorzitter was mevrouw van Herk. Er deden twaalf renners mee: Peter van der Linde, Ruud van Eijk, Frans Jansen, Arie van der Laan, Dick Bincken, Gejo Steenland, Jan Smit, Kees Kleefman, Dick den Adel, fietsenmaker Frans Versluis en de organisatoren Niek de Rooy, Wim den Ouden. Voorop bestuurde schilder Jacques Hogendoorn een auto met o.a. ploegleider Teun Bron. Daarna volgden een auto met een fietsenmaker (gesponsord door Frans Versluis), een EHBO-wagen en een proviandwagen. Van tevoren werd veel getraind: ’s zondags reden ze naar Arnhem en via Apeldoorn en Harderwijk weer naar Waddinxveen terug. Het bedrijfsleven heeft flink gesponsord: Bakker leverde de hemden, Rehorst betaalde de treinreis naar Parijs en weer een ander bedrijf sponsorde het hotel in Parijs. De start was om 12 uur bij de Arc de Triomphe, waar ook de ambassadeur mr. De Ranitz bij was. Met politieauto’s werden ze Parijs uitgeleid. Degenen die niet gewend waren ’s nachts te werken, dreigden wel eens in slaap te raken en van de fiets te vallen. De wegen in België waren slecht en soms niet goed verlicht: er is wel eens iemand een kuil in gereden, gelukkig waren er geen grote ongelukken. Aangezien ze te snel gingen, hebben ze in België een uur of drie geslapen onder een biljart in een café. Tourwinnaar Jan Janssen zou op een bepaald tijdstip vanaf de Nederlandse grens ter hoogte van Zundert meefietsen tot Bergstoep: Frans Versluis had hem dat gevraagd. Een reclamekaravaan met vrachtauto’s, waaronder Van Noort, reed vanaf Schoonhoven voorop om via Gouda, de Bloemendaalse weg en de hefbrug Waddinxveen binnen te rijden. Het onthaal op 27 augustus door duizenden plaatsgenoten en muziekkorps Concordia bij de hefbrug was formidabel. Binnen 20 uur waren ze al terug, daarom moesten ze pauzes houden want de planning was om tussen 15.00 en 16.00 uur te arriveren. Een heel knappe organisatie. In een radioprogramma op de RTW heeft Teun Bron hier met Van der Linde onlangs herinneringen over opgehaald.
Ook heeft hij zich ingespannen voor het Bureau Interlandelijke Adoptie-Wereldkinderen, om als escorteur baby’s uit Korea naar Schiphol te begeleiden, waarna hun nieuwe ouders zich over hen ontfermden. De baby’s waren soms bij het kindertehuis te vondeling gelegd met alle gevolgen van dien. Zes baby’s werden door twee begeleiders opgehaald en tijdens het vervoer gevoed en verzorgd. De eerste keer dat Peter van der Linde meeging, was er een heel zieke baby, die hij van Bahrein tot Londen beademde. Ternauwernood overleefde het meisje de vlucht, waarna ze 8 weken in het Red Hill Hospital moest worden opgenomen met daarna nog opnames te Groningen en Sneek tot ze naar haar nieuwe ouders in IJlst kon gaan: de baby bleek tuberculose te hebben gehad. Van der Linde is het kindje later nog gaan bezoeken en hoewel het meisje erg eenkennig was, kroop ze bij hem in de armen toen hij haar naam noemde. Later werd zij fysiotherapeut en kreeg 3 kinderen, waarvan de eerste naar Peter van der Linde werd vernoemd. Het bureau was een van de meest betrouwbare officiële door de staat geregelde bureaus voor interlandelijke adoptie. De directeur is hier ook wel eens geweest en alle kinderen konden later al hun gegevens terugvinden, i.t.t. kinderen uit andere landen zoals Sri Lanka waar fraude gepleegd werd en namen verwisseld zijn: adoptie werd er een handelsproject. Helaas heeft minister Dekker de interlandelijke adopties plotseling gestopt, tot verdriet van mensen die een kinderwens hebben en ze niet zelf kunnen krijgen.