In zijn jeugd mochten de winkeliers via een rouleersysteem om de zoveel tijd leveren aan de huisarts, ze waren tenslotte ook patiënten van hem. Maar van de kruideniers had Van Eeuwen aan de Zuidkade het alleenrecht. Melkboer Van Leeuwen haalde zelf een pan uit de keuken van mevrouw Van der Linde om de melk in te doen; hij tapte de melk per pint (halve liter) uit een melkbus op zijn houten kar. Achterop was een plank, waarop Van der Linde jr. als jongetje stiekem meeliftte naar huis. De bakker, kruidenier en melkboer kwamen aan huis, maar de slager niet. Zijn moeder stuurde hem wel eens met een gebraden rosbief naar de slagerij om deze tot dunne plakjes te laten snijden – een doktersvrouw had wel eens een streepje voor in die tijd. Van der Linde jr. weet nog veel winkeliers uit zijn jeugd op te noemen. Aan het Onderlaagje: melkboer Van Leeuwen, slager Doeleman (waar later Koot zich vestigde), Bremmer, kapper Pol, juwelier Saton, groenteboer Sekeris, Knaapen met zijn ‘stadswinkel ten plattelande’ (later afgebrand) en op de hoek drogist Aart de Pil, (eigenlijk Van der Heijden genaamd). Om de hoek vond je bakker De Graaff, kruidenier A. van Eeuwen met zijn vriendelijke werknemer dhr. Van Rijn, kolenboer Van Rhijn, kapper Cees van Es en slager Wijntjeterp. In de latere Gouwe Dis zat de bank, waar Verboom werkte, getrouwd met mevrouw Piets. Aan de Noordkade vond je bakker Van der Loo, in de Sniep zat bakker Kerver en slager Van Tilburg was in het oude Regthuys gevestigd.
Sport In zijn jeugd zeilde Van der Linde bij de Goudse roei- en zeilvereniging, verder voetbalde hij ook wel. Tijdens zijn studie roeide hij bij studentenvereniging ‘Njord, met de achten. Het team werd in 1965 kampioen van Nederland en ze wonnen de Koninklijke-Holland beker – ze zaten tegen het internationale niveau aan. In 1965 leerde hij Barbara Brigitte Bauer (Tinkie) kennen na een roeiwedstrijd op de Amstel Amsterdam. De boot werd afgemeerd bij roeivereniging De Hoop aan de Amstel, waar een feest was. Op 26 september 1970 trouwden zij.