spreekuur/visites. Van der Linde jr. hield spreekuur van 8- 11 uur, daarna werd de receptuur met de assistentes besproken en van 11.30 tot 13.30 uur werden visites gereden. Om 14 uur was er weer spreekuur, daarna ging hij opnieuw visites rijden: ong. 8 per dag. Later waren dat er nog ± 3 per dag, bij ernstig zieken en ouderen (bijv. in het Anne Frank). Hij ging liever elke 6 weken preventief langs om hun bloeddruk te meten en te vragen hoe het hen ging, dan te wachten tot er klachten kwamen. Van der Linde jr. heeft ook zo’n 25 huisartsen opgeleid (huisartsenopleiding van de Universiteit te Leiden), want wie huisarts wilde worden, moest zich inmiddels gaan specialiseren na de studie medicijnen.
Praktische handelingen. Huisartsen verrichtten zelf in die tijd nog veel praktische handelingen zoals zwangerschapstesten, verloskunde, oren doorprikken (bij middenoorontsteking), uitvoeren van kleine chirurgische ingrepen na verdoving, hechten, bloedonderzoek (bloedbezinking i.v.m. ontstekingen) en urineonderzoek bij diabetes en blaasontsteking. De assistentes werden zelf opgeleid. Mevrouw Van der Linde-Bauer, die aanvankelijk lesgaf op de openbare kleuterschool Pinkelotje aan de Huygenslaan, ging in de praktijk werken toen haar man als huisarts begon. Zij regelde veel, zoals de inkoop, administratie, het opleiden en leiding geven aan de assistentes, controle op het hygiënisch achterlaten van de praktijkruimte en de telefoondienst ’s avonds. Het beroep van de huisarts had in die tijd een groot effect op de thuissituatie wat betreft het hebben van vrije tijd. Later kwamen er professionele assistentes met een mbo-diploma, die veel meer praktische verrichtingen konden doen, zoals suiker en bloeddruk meten, audiogrammen maken en ECG’s, om een infarct op te sporen.
Bevallingen. Van der Linde jr. heeft in het begin nog wel eens met bakers samengewerkt. In de 40-er jaren waren bakers nog vaak betrokken bij bevallingen, bijv. mevr. Bron en Sina Meiderwijk, het was een beroep wat overging van moeder op dochter. Later kwamen er vroedvrouwen, die de opleiding verloskunde hadden gedaan. Ook kwam er thuiszorg. Wanneer er een vroedvrouw in het dorp was, werd een bevalling door de huisarts niet vergoed door de verzekering. Toch gaven veel mensen vanwege zijn ervaring eerst nog aan hem als huisarts de voorkeur, waardoor de kosten van de controles en de bevalling voor hun eigen rekening kwamen. Een bijzondere bevalling die Van der Linde nog levendig bijstaat, was in 1992 toen een patiënt op de keukenvloer beviel. Ze was wat dik gebleven na de bevalling van haar 2e kind en wist niet dat ze opnieuw zwanger was! Hij werd ook eens bij een bevalling geroepen van een patiënte van dr. Blom, haar man gaf als reden dat Van der Linde jr. nog regelmatig bevallingen deed! Ook deed Van der Linde jr. eens 4 bevallingen op 1 dag, met tussendoor nog spreekuur. Met spoed werden de instrumenten uit de verlostas na de bevalling weer gereinigd, klaar voor de volgende keer. In het eerste jaar deed hij 104 bevallingen, later nam dat aantal steeds meer af. Er werden minder kinderen per gezin geboren vanwege de pil (begin zestiger jaren). Andere huisartsen deden in hun diensten geen bevallingen voor Van der Linde jr. waardoor hij er verantwoordelijk voor bleef tijdens zijn vrije weekeinden, waarom hij er uiteindelijk mee stopte. In het totaal heeft hij 520 bevallingen gedaan. Net als door de uitvinding van penicilline infecties eindelijk bestreden konden worden, was ook de pil een uitvinding met enorme gevolgen. Er ontstond een andere kijk op de maatschappij. De vrouwenbeweging Dolle Mina’s hield op 14 maart 1970 de actie Baas In Eigen Buik: de tijd dat Van der Linde jr. afstudeerde. Zijn hoogleraar gynaecologie hielp in het Academisch Ziekenhuis vrouwen met een kinderwens, maar kon dit niet rijmen met het verrichten van abortus en kwam in gewetensconflict. In het begin was de pil heel sterk en vereiste vaak controles bij de huisarts, waarbij veel afwijkingen werden gevonden en er dito behandelingen nodig waren. Later bevatte de samenstelling veel minder oestrogenen, zodat dit niet meer nodig was en het toch goed werkte.